Oogonderzoek voor kinderen

Kinderen vanaf 8 jaar kunnen bij onze optometrist gemeten worden. Kinderen onder de 8 jaar komen standaard eerst bij een orthoptist. Bent u met uw kind in het ziekenhuis onder controle bij de orthoptist? Dan moet er eerst toestemming zijn van de orthoptist om bij de optometrist gemeten te worden. 

Orthoptisten zijn gespecialiseerd in het onderzoeken en vooral behandelen van stoornissen in (de ontwikkeling van) het gezichtsvermogen en de samenwerking tussen beide ogen. Voorbeelden zijn; luie oog, scheelzien en dubbelzien.

De optometrist kijkt tijdens het onderzoek vooral naar de gezondheid van het oog. Wanneer er een afwijking wordt geconstateerd dan wordt er voor de behandeling doorverwezen naar de orthoptist.

Bent u met uw kind in het ziekenhuis onder controle bij de orthoptist? Dan moet er eerst toestemming zijn van de orthoptist om bij de optometrist gemeten te worden. Kinderen vanaf 8 jaar tot 12 jaar komen bij Tuijn Optiek altijd bij de optometrist terecht.

Het instelvermogen (accommoderend vermogen) bij kinderogen zijn heel sterk. Als tijdens de meting de oogspieren zich onbedoeld heel erg aanspannen kan er een foutieve meting gedaan worden. De druppels zorgen ervoor dat het accommoderend vermogen tijdelijk wordt uitgeschakeld, waardoor de juiste sterkte gemeten kan worden. Doordat het accommoderend vermogen tijdelijk wordt uitgeschakeld krijgt u kind ook tijdelijk vergrootte pupillen en hierdoor wazig zicht.

Het onderzoek bestaat uit 2 delen van 30 minuten. In het eerste deel wordt er gekeken naar het gezichtsvermogen en of dat met een sterkte te verbeteren valt. Ook wordt er gekeken naar de samenwerking van ogen. Wanneer de optometrist het niet nodig vindt dat uw kind naar de orthoptist moet, dan wordt er een druppel toegediend. Deze druppel heeft 60 minuten nodig om in te werken. Na deze 60 minuten gaan we naar het tweede deel. 

In het tweede deel wordt er gecontroleerd of de juiste sterkte gemeten is. Door de druppels zijn de pupillen heel groot geworden en kan de optometrist ook nog even in het oog kijken naar de ooggezondheid.

De druppels hebben een werkingsduur tot 24uur. De vergrootte pupillen kunnen in sommige gevallen tot enkele dagen aanhouden. De meeste kinderen hebben tot 4 tot 6 uur na het toedienen wazig zicht en dan wordt het zicht weer beter.

Bij kinderen tot 12 jaar wordt de eerste keer altijd gedruppeld. Bij kinderen met een plussterkte wordt er elke keer gedruppeld. Bij kinderen met een minsterkte is het niet altijd noodzakelijk mits er geen grote veranderingen aanwezig zijn t.o.v. vorige brilsterkte.

Wij raden aan een zonnebril mee te nemen voor uw kind. Normaal worden de pupillen kleiner wanneer er veel licht aanwezig is. Door de toegediende druppels reageren de pupillen tijdelijk niet en worden de ogen van uw kind tijdelijk een soort overbelicht. 

De kosten voor het onderzoek zijn €60,-.

Sommige zorgverzekeraars vergoeden (een deel van) het onderzoek. U zou dit kunnen navragen bij de zorgverzekeraar of kunnen nakijken in uw polis.

Steeds meer kinderen hebben een bril nodig. Momenteel heeft ongeveer één op de tien kinderen van tien jaar een bril (CBS), en de verwachting is dat dit aantal in de komende jaren zal toenemen.

Voor ons is het dagelijkse kost om een kind van een mooie bril te voorzien, maar voor het kind zelf kan dit erg spannend zijn. Vooral de angst voor reacties van andere kinderen en het gevoel ‘anders’ te zijn, spelen een grote rol. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat kinderen zich goed en zelfverzekerd voelen met hun nieuwe aanwinst op hun neus?

Kinderen die al langere tijd (onopgemerkt) niet goed zien, kunnen hier emotionele en sociale problemen van ondervinden. Een bijziend kind kan erg onzeker worden: het kan niet goed meedoen met sporten, herkent vriendjes niet op straat, en veel activiteiten zijn spannend als je niet goed kunt zien. Het kind kan zich geïsoleerd voelen en faalangst ontwikkelen. Door het niet goed kunnen lezen van het digibord en lesmateriaal, kan bovendien een leerachterstand ontstaan. Dit versterkt het gevoel van het kind ‘nergens goed in te zijn’. Gelukkig geldt dit niet voor alle kinderen, maar feit is dat slecht zicht een negatieve invloed kan hebben op het zelfvertrouwen van een kind. Als vervolgens de oogafwijking wordt geconstateerd en er een bril wordt aangemeten, is het kind al gevoeliger voor negatieve feedback.

Wat doen wij hieraan? Wij praten met de ouders over hun houding tegenover de bril. Als ouders positief en luchtig zijn over het bril-dragen van hun kind, maakt dit het voor het kind al veel makkelijker (of zelfs helemaal geen issue). Wij stimuleren ouders om hun kind zelf een keuze te laten maken tussen de brillen (desnoods uit een voorselectie) en bij weerstand van het kind afspraken te maken wanneer de bril wel/niet wordt gedragen.

Vier tips voor ouders:

1. Laat je kind zelf oordelen.
2. Bedenk samen oplossingen.
3. Jij bent het voorbeeld!
4. Kies een bril die past bij de levensstijl van je kind.

Wilt u meer weten? Loop eens langs in een van onze winkels. Wij helpen u en uw kind graag verder.